De één zag eruit als een grote zak met buizen, fluiten en daarop een houten paneel met snaren die bespeeld konden worden met een strijkstok. Ernaast lag een snaarinstrument met ontelbaar veel snaren. De hals zag er ingewikkeld uit door de willekeurige indeling. Tot slot lag er een machientje van tin. Als deze aanging, begon een de machine te hijgen en te puffen terwijl er uit de schoorsteen belletjes kwamen.
De grote man met de nog grotere snor liet elk instrument horen. Luister maar.