De lege vissenkom kwam goed van pas. De visser pakte een stuk buis, maakte deze vast aan de nu lege vissenkom en zette deze over zijn hoofd. Een prima duikhelm. Hij nam nog een keertje diep adem voordat hij in de oceaan sprong. Toen hij zijn ogen opende en voorzichtig begon te ademen, zag hij iets wat meteen hem weer van adem ontdeed.
Wat hij daar aantrof, had hij nooit kunnen dromen. Enorme vissen, dansend, zingend, fluitend op de bodem. De visser ging op de bodem zitten om van dit tafereel te genieten en liet het op hem inwerken. Ondertussen vloeide de muziek met een blauwe gloed de schelp in.