Tot zijn grote opluchting bestond het volgende deel van de reis door varen tussen de tropische eilanden. Door het heldere water zag de visser een oud bekende goudvis, grote vissen en mysterieuze wezens onder zijn boot door glijden. Hij was niet bang. Hij wist dat ze hem met rust zouden laten. Hij was nu immers nog wel een visser, maar op vis viste hij niet meer. Hij was nu een geluidsvisser, die viste naar het geluid uit het heden en verleden.
Terwijl hij rustig tussen de onbewoonde eilanden zigzagde, begon de schelp weer te trillen. Zo werd de visser tussen de witte stranden met palmbomen geleidt. Tussen de eilanden door verscheen een groot stuk bubbelend water waar de schelp recht naartoe wees. Maar eenmaal bij de mysterieuze bubbels aangekomen, bewoog de schelp inneens recht naar beneden...